Infrarood
Infrarood is licht dat zó rood is dat mensen het niet kunnen zien. Het is voor de mens onzichtbaar, maar voor sommige dieren niet. Het is om precies te zijn elektromagnetische straling (EMR) met golflengten die langer zijn dan die van zichtbaar licht. Ook kan de mens dit licht zichtbaar maken bijvoorbeeld met: speciale nachtkijkers, warmtebeeldcamera's of lampen. Het rode lampje in de afstandsbediening straalt ook infrarood licht uit.
Geschiedenis
Het was al lang bekend dat een brand onzichtbare warmte afgeeft; in 1681 toonde de baanbrekende onderzoeker Edme Mariotte aan dat glas, hoewel het doorlatend is voor zonlicht, stralingswarmte blokkeerd. Hier wordt handig gebruik van gemaakt in een broeikas. Het zonlicht schijnt door het glas van de kas. Het zichtbare licht kan weer terug, maar een deel van het infrarood niet, waardoor het warm wordt in de kas.
In 1800 ontdekte de astronoom Sir William Herschel dat infraroodstraling een soort onzichtbare straling is in het spectrum met een lagere energie dan rood licht, door middel van zijn effect op een thermometer. Door onderzoek van Herschel werd uiteindelijk ontdekt dat iets meer dan de helft van de energie van de zon op aarde arriveerde in de vorm van infrarood. De balans tussen geabsorbeerde (opgenomen) en uitgezonden infraroodstraling heeft een belangrijk effect op het klimaat op aarde. Door luchtvervuiling ontstaat er het broeikaseffect.