Horst en slenk
De aarde is bedekt met aardkorst. De aardkorst bestaat uit verschillende grote en kleine stukken. Deze stukken bewegen. Dit heet platentektoniek. De scheuren in de aardkorst noem je breuken. Wanneer er breuken in dezelfde richting lopen, kunnen horsten en slenken ontstaan. Bij een horst is de aardkorst omhoog gekomen of op dezelfde hoogte gebleven. Bij een slenk is de aardkorst omlaag gezakt. Horsten en slenken zijn dan ook naast elkaar te vinden.
Beweging in de aardkorst
Rondom de aarde liggen dus stukken aardkorst. Grote stukken noem je aardplaten. Deze aardplaten bewegen al sinds ver voor de mens op aarde liep. Door deze bewegingen botsten de aardplaten, werden ze uit elkaar getrokken en schoven ze langs elkaar. Bij horsten en slenken wordt zo'n aardplaat uit elkaar getrokken. Er ontstaan dan breuken in de aardkorst. Voor het voorkomen van horsten en slenken moeten de breuken langs elkaar in dezelfde richting lopen en schuin de grond in gaan. Deze soort breuk noem je een afschuivingsbreuk.
Horst
Een horst ligt langs een breuk die schuin de aarde in gaat. Doordat de breuk schuin de grond in loopt, zal de aardkorst aan een kant omlaag schuiven (hierover bij het kopje 'Slenk' meer). De grond aan de andere kant van de breuk blijft op dezelfde hoogte of komt iets omhoog. Dit is de horst. Een horst wordt ook wel een blok genoemd. In Nederland zijn ook horsten. Een bekende horst is de Peelhorst (of het Peelblok). Deze ligt voor een groot deel in Limburg. Echt heel hoog ligt de Peelhorst niet. Dit stuk land is maar een paar meter hoger dan de slenken ernaast. De breuk waar de Peelhorst langs ligt, heet de Peelrandbreuk. Langs deze breuk zijn ook nu nog kleine aardbevingen. De laatste was bij Roermond in 1992.
Slenk
Een slenk ligt langs een breuk die schuin de aarde in gaat. Doordat de breuk schuin de grond in loopt, zal de aardkorst aan een kant omlaag schuiven. Je kunt dit vergelijken met een glijbaan. De glijbaan zelf is de breuk die schuin naar beneden loopt. Aan de andere kant van de glijbaan is de horst. Als je iets op de glijbaan zet, zal het naar beneden glijden. Dit doet het stuk aardkorst aan die kant van de breuk ook. Dit stuk aardkorst dat omlaag zakt, noem je een slenk. Soms wordt een slenk een afschuiving of graben genoemd. Slenken komen ook in Nederland voor. Naast de Peelhorst ligt de Roerdalslenk. Deze loopt van Duitsland, door Limburg en Brabant. Deze slenk daalt nog steeds, maar dat gaat niet snel. Na elke duizend jaar ligt de Roerdalslenk weer 5 of 6 centimeter lager.
Bronnen
- Werkgroep behoud de Peel (2014). Horsten en slenken. Geraadpleegd op 22 oktober 2020, van http://wbdp.nl/horsten-en-slenken
- Van Loon, T. (2005, 21 april). Bewegingen van breuksysteem van Roerdalslenk nauwkeurig bepaald. Geraadpleegd op 22 oktober 2020, van https://www.nemokennislink.nl/publicaties/bewegingen-van-breuksysteem-van-roerdalslenk-nauwkeurig-bepaald/