Geschiedenis van de auto
De geschiedenis van de auto vertelt het verhaal over de ontstaansgeschiedenis van de automobiel.
Voor de auto's
Voordat de automobiel was uitgevonden, werden er andere dingen gebruikt om je snel te verplaatsen. Bijvoorbeeld met paard en wagen. Stap voor stap zijn mensen van lopen, naar een getrokken kar tot een auto gekomen. De eerste voorloper van de auto was de "zeilwagen". Die zou al rond 1830 vóór Christus hebben bestaan. In Europa werd hij pas in de 17e eeuw gebruikt. Maar de zeilwagen had ook nadelen. De mensen konden er alleen mee rijden als er wind was. Omdat de wind vanuit alle kanten kon komen zouden mensen de wagen niet goed kunnen besturen.
Later bedachten de Chinezen een voertuig die op buskruit reed. Maar hiermee kon je geen lange afstanden rijden. De Chinezen bouwden daarna ook een stoomvoertuig voor de keizer van China.
Ook al hadden mensen het al vaker eerder geprobeerd. In de 18e eeuw begonnen uitvinders toch weer met het ontwerpen en bouwen van een echt bestuurbaar voertuig. Het woord auto ontstond in die tijd van het woord: "autos". Dat betekent in het Grieks: "zelf".
De eerste motoren
Om de eerste motoren te starten moest de bestuurder aan een slinger draaien. Zelfs met een kleine motor was dit heel gevaarlijk. Veel mensen braken hun armen omdat ze niet wisten hoe je moest draaien, of te laat hun handen wegtrokken en een klap van de slinger kregen.
De meeste eerste auto’s hadden een kleine motor. Er was nog geen benzinepomp bij de motor ingebouwd, dus kreeg de motor met zwaartekracht benzine. Dit werkte meestal goed. Maar als de auto een steile helling op wilde rijden, kwam de benzine beneden in de tank en hield de benzine op te stromen. Om verder te kunnen rijden moest je de auto omkeren en achteruit de heuvel op rijden.
Stoom
In het begin van 18e eeuw begonnen mensen te experimenten met voertuigen die op stoom reden. De Fransman Nicolas Cugnot bouwde in 1769 het eerste voertuig die op eigen kracht bewoog. Het was een door stoom aangedreven driewieler met een enorme ketel aan de voorkant.
In 1829 begon er een stoomkoets als vervoersdienst te werken. Maar het duurde niet lang of er kwam een ongeluk. In 1834, toen de stoomkoets aan het vervoeren was, brak er één van de wielen en ontplofte de ketel. Er gingen 5 mensen dood. En daarbij stopte de ontwikkeling van de stoomkoets.
Buskruit
In 1897 werd door een Amerikaanse uitvinder een motor gemaakt die op buskruit werkte. De motor werd op een fiets gezet. Met de fiets kon je wel 160 km p/u rijden. De motor verspreidde weinig vieze lucht en rook uit doordat er maar weinig buskruit tegelijkertijd ontploftte in de motor. Er werden nog meer experimenten met buskruit uitgevoerd, maar uiteindelijk stopten mensen ermee, omdat dat ook te gevaarlijk was.
Aardolie
In ongeveer dezelfde tijd dat als de stoommoter werd gemaakt, maakte de Fransman Etienne Lenoir in 1860 de eerste turfgasmotor. Later verving hij die door petroleumgas te gebruiken. Dus dat was niet alleen de eerste (echte) verbrandingsmotor ooit, maar ook het eerste motorvoertuig die op aardolie reed.
Benzine
In 1864 werkte de Oostenrijker Siegfried Markus aan de allereerste benzinemoter ter wereld.
De eerste echte auto
Veel mensen hebben meegeholpen aan de ontwikkeling van de auto. Toch zijn er twee het belangrijkste. Gottlieb Daimler en Karl Benz. Ze werkten niet samen maar hebben wel de eerste motorvoertuigen in dezelfde tijd gemaakt. Gottlieb Daimler maakte samen met zijn vriend Wilhelm Maybach de auto’s "Daimler" en "Maybach". Karl Benz maakte de Mercedes Benz. Benz startte een klein bedrijf voor gas aangedreven machines in Mannheim. In 1879 maakte hij zijn best ontwikkelde prototype, op een driewieler. In 1886 bouwde Gottlieb Daimler de eerste vierwieler met een 1 pk cilinder motor. Het had een luchtgekoelde motor, een soort versnellingsbak met twee versnellingen. Ook had het een zogeheten differentieel, waardoor de aangedreven achterwielen onafhankelijk van elkaar konden draaien. Het voertuig reed 18 km/u. Voor die tijd een behoorlijke snelheid. Daimler bouwde zijn motor ook in op een boot. Later gebruikte hij de motor ook bij een luchtschip (vergelijkbaar met de latere Zeppelin). De motor werd ook toegepast op brandweerpompen.
Mercedes
De eerste Benz (heet nu Mercedes) ontstond in 1885. Carl Benz was zeg maar de eerste automaker ter wereld. Zijn vrouw Bertha was de eerste persoon ter wereld die samen met haar kinderen een ritje heeft gemaakt van meer dan 100 km. Toen ze van de stad Mannheim naar Pforzheim heeft gereden in 1888. Ze heeft 180 km gereden. Bertha wist van auto’s, want zei kon eerste auto zonder problemen besturen. Ze moest midden in de nacht op zoek naar benzine en ze vond uiteindelijk een apotheek waar ze benzine (petroleum spirit) verkochten, dat werd het eerste benzinestation. Want de wagen had (nog) geen benzinetank. Benz en zijn familie steunde hem om benzinemotoren te verkopen.
De standaardauto
In de Messing-tijdperk kwamen veel verschillende auto's. Toen werd er een standaardontwerp bedacht. Dit standaardontwerp bedacht het bedrijf Panhard. Het standaardontwerp werd voor het eerst gebruikt van een auto van Panhard. Het ontwerp staat gekend als Système Panhard. Ze kregen al snel een wereldwijde vergunning, waardoor dit dé standaardauto werd.
Bij de wielophanging (een deel van de auto waar de wiel aan vast zit) werd veel gebruikgemaakt van bladvering (soort van vering). Er werden ook nog een aantal andere manieren gebruikt. Dit tijdperk wordt ook gekenmerkt door het begin van de onafhankelijke ophanging. Een onafhankelijk wielophangingssysteem zorgt ervoor dat de wielen van een automobiel apart van elkaar bewegen.
In die beginjaren werd er ook al geëxperimenteerd met elektrische motoren. De elektrische auto is dus veel ouder dan de meeste mensen denken. In 1998 reed er al een met een snelheid van 62,6 km/u.
De eerste auto'sop luchtbanden (onder andere van Michelin) verschenen rond 1900.
De toename van auto's aan het begin van de twintigste eeuw zorgde in de Amerikaanse steden al voor parkeerproblemen. Ook waren er nog nauwelijks verharde wegen. De eerste betonwegen kwamen. De eerste Amerikaanse autoweg (highway) was de Lincoln Memorial Highway die in 1920 voltooid werd. Ook de maximum snelheid deed zijn intrede. Langzaam maar zeker ontstonden er garagebedrijven met reserve onderdelen en tankstations.
In de jaren 1930 krijgen de auto's een moderner uiterlijk en worden ze meer en meer gestroomlijnd. De latere Volkswagen Kever (1943) en de Morris Minor zijn daar een goede voorbeelden van. Deze relatief kleine wagentjes worden meer en meer bereikbaar voor de gewone man (vandaar ook Volkswagen). Nog goedkoper in uitvoering is de bekende 'Lelijke eend' ofwel de 2CV van Citroën.
Eerste automerken
Peugeot
Armand Peugeot maakte in 1891 zijn eerste auto, gebruikmakende van de Panhard machine. De eerste Franse auto's waren licht (zo'n 350 kg) en klein, met kleine motoren. Gaandeweg kwamen er meerdere cilinders en versnellingen. Ook het chassis werd aangepast. De motor werd van achteren naar voren verplaatst.
De Dion
De eerste redelijk betrouwbare auto’s kwamen rond 1907. Graaf Albert De Dion en zijn partner Georges Bouton maakten schitterenden kleine motoren. Ze waren licht en krachtig en werden gebruikt door veel bedrijven zoals: Darracq, Delage, Peugeot, Renault, Humber, Adler, Ceirano, Peerless en Pierce Arrow.
Rolls Royce
Rolls Royce was niet de eerste autobouwer uit Groot Brittannië. Dat was Frederic Lanchester, die zijn auto bouwde in 1895. Herbert Austin bouwde zijn eerste driewieler, ook in 1895.Een van de beroemdste compagnonschappen (twee partners die een bedrijf beginnen) begon in 1904 met Charles Rolls en Henry Royce. Toch hadden ze een totaal ander technisch verleden.
Rolls zocht een goede Engelse auto voor zijn showroom. Charles Rolls vond de auto’s van Henry Royce mooi en wilde er zoveel mogelijk kopen als er geproduceerd werd. In 1906 produceerden zijn samen de Rolls Royce "Silver Ghost". Hij werd zo genoemd omdat hij (voor die tijd) een heel stille motor had. De auto werd bewonderd vanwege zijn betrouwbaarheid en comfort, en werd 19 jaar lang geproduceerd. Dit was het begin van de Rolls Royce Motor Company.
Fiat
In Italië begon de auto-industrie later dan in andere Europese landen. Er waren maar een paar kleine bedrijven. Totdat een groep mannen een bedrijf startten die Fabbrica Italiana Automobili Torino heette, of FIAT. Ze bouwden kleine auto met vier zitplaatsen, waarin de passagiers tegenover de chauffeur zaten. De eerste FIAT rolde in 1899 uit de fabriek. Het bedrijf werd al snel groter en begon auto's te verkopen aan Amerika. Deze Fiat deed mee aan de Grand Prix die in 1912 was.
Detroit in Michigan werd het hart van de auto-industrie in de Verenigde Staten.
Ford, Oldsmobile, Buick, Cadillac en Packard
In 1896 ontstond de eerste Ford. Op 4 juli maakte hij zijn eerste nachtrit. In 1899 werd de "Detroit Automobile Company" opgericht, maar het ging al in 1900 failliet vanwege de lage autoproductie. Toch kwam er een jaar later een doorstart, die de ‘Henry Ford Company’ heette. Die bestaat nu nog steeds, maar dan onder de naam Ford. In 1903 opende de gereorganiseerde Cadillac Automobile Company. Het kenmerkende aan het vernieuwde Ford bedrijf was de uitvinding van het lopende band systeem, waarmee achter elkaar auto's konden worden gemaakt. Naast de Ford en de Cadillac had je de Oldsmobile, Buick en Packard. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog waren behalve Ford en Packard ook General Motors, Chrysler en Nash grote autobedrijven. Door de beurskrach (depression) moesten veel autobedrijven de deuren sluiten.
Opel
Adam Opel begon met het ontwikkelen van een eigen auto in 1898. Deze kwam de weg op in 1902. De topsnelheid was 45 km/u.
Race's
De allereerste race's werden op openbare wegen gehouden. De route lag meestal tussen twee steden. Zo'n race had enkele strikte regels. De eerste race werd in 1894 gehouden tussen Parijs en Rouen (126 km). Daar deden 102 mensen aan mee. Niet alle auto’s mochten starten, omdat de meeste om een of andere reden werden gediskwalificeerd (dat je niet meer mee mag doen). Maar de meeste kwamen meestal wel aan de finish. In 1895 lag de route van Parijs, maar het eindigde ook in Parijs. Je moest namelijk vanaf Parijs naar Bordeaux en weer terug. De winnaar was Emile Levassor. Hij had 48 uur zonder bijrijder gereden. Maar hij werd ook gediskwalificeerd omdat je volgens de regels vier zitplaatsen moest hebben, en hij had maar plek voor twee. Maar de kranten en tijdschriften schreven veel over hem. Daardoor verkocht hij veel auto’s.
Toen was de kleur van de wagen heel belangrijk. De kleur van de racewagens hadden de kleur van het land en oorsprong. Tegenwoordig staan de wagens bij de Grand Prix vol met reclame van de sponsors.
Nog altijd zijn dergelijke races belangrijk voor de verdere ontwikkeling van auto's. Een bekende uithoudingsrace is de Dakar rally.
Grand Prix
De eerste Grand Prix werd gereden in 1906 op een circuit van 106 km bij Le Mans in Frankrijk. De route was een afgesloten openbare weg.
Automusea
Er zijn vele automusea verspreid over de wereld waar de oude auto's te bekijken zijn.
Nederland
- Louwman museum
- DAF Museum – Eindhoven
- Healey Museum – Vreeland
- Automuseum Schagen – Schagen
- Veiligheidsmuseum PIT – Almere
- Carel Wüst Museum – Dordrecht
- De Wolfsburcht – Wijk en Aalburg
- Oldtimermuseum Staalduinen – Maasdijk
- Nationaal Bus Museum – Hoogezand
- ’t Andere museum – Leeuwarden
België
- Abarth Works Museum / Guy Moerenhout Racing, Lier.
- Autoworld, Brussel
Toekomstige auto's
Zonnenenergie
Deze auto is overdekt met zonnepanelen die de energie van de zon omzetten in elektriciteit voor de auto. Op het eerste gezicht lijkt het een perfecte manier van vervoer. Maar er is een probleem. De zon schijnt niet overal de hele dag.
Waterstof
Hyundai heeft een experimentele motor ontwikkeld die op waterstof loopt. Dit is goedkoop en makkelijk te maken, daarom kan het makkelijk gebruikt worden inplaats van benzine. Vervuiling zou niet meer een probleem zijn, maar er zou wel een probleem zijn met de ruimte die nodig is om het gas onder druk te op te slaan en de minder veiligheid daardoor. Hybride motoren, die zowel op gas als op benzine kunnen lopen, zouden eerder gebruikt worden.
Elektriciteit
Er komen steeds meer automerken die op elektriciteit van een heel reeks batterijen rijden. Je zou denken dat deze auto's geen vervuiling veroorzaken, maar de elektriciteit die de auto verbruikt, wordt geproduceerd in energiecentrales, die heel veel vervuilen. Maar gelukkig worden er in Nederland tegenwoordig veel windmolens en zonnepanelen neergezet. En kunnen elektrische auto's elektriciteit tanken bij een soort elektrische tankstations die op zonnepanelen draaien. Ook de productie van batterijen roept nog veel vragen op, omdat de winning van grondstoffen nogal vervuilend is en het gebied waar het gewonnen wordt vaak vernield wordt. Een ander nadeel is dat de batterijen nog maar relatief kort mee gaan en ze nog niet goed hergebruikt kunnen worden.