Dwergbot
Dwergbot of dwergtarbot Phrynorhombus norvegicus | |||
---|---|---|---|
Niet bedreigd | |||
Leefgebied | noordoosten van de Atlantische Oceaan | ||
Leefomgeving | rotsachtige bodem | ||
Behoort tot de | Schollen en platvissen (Pleuronectiformes), Zoutwatervissen, Beenvissen, Vissen | ||
|
De dwergbot of dwergtarbot (Phrynorhombus norvegicus), is een kleine langwerpige platvis met ogen op de linkerzijde. Ze worden tot 12 cm lang. De linkerkant (of bovenkant) is bruin met gele, oranje of roodbruine, vaak kommavormige vlekken. De rechterzijde (of onderkant) is wit met een zichtbare zijlijn. In rotsachtige gebieden passen de dieren zich goed aan aan een rotsachtige ondergrond begroeid met roodalgen. Ze hebben dus een goede schutkleur. Het oppervlak van de vis kan ook begroeid raken met andere beestjes. ze zijn bedekt met grove schubben waarvan de randen getand zijn. De rugvin begint iets voor het rechteroog. De buik- en anaalvin lijken door te lopen, maar zijn niet vergroeid.
Ze komen voor in het noordoosten van de Atlantische Oceaan en worden in de Nederlandse kustwateren zeer zelden waargenomen.