Grote Canadese gans
| (Grote) Canadese gans / Canadagans Branta canadensis | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Niet bedreigd | |||
| Leefgebied | Noord-Amerika en Europa | ||
| Leefomgeving | Graslanden in de buurt van water | ||
| Behoort tot de | Eendachtigen, Vogels | ||
|
| |||
| |||
De grote Canadese gans, Canadese gans of Canadagans (Branta canadensis) is een vogel uit de familie van de eendachtigen. De grote Canadese gans leeft niet alleen in Canada, maar ook in de Verenigde Staten en sommige Europese en Zuid-Amerikaanse landen. De vogel komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika, maar is ook naar andere plekken op de wereld genomen. De Grote Canadese gans is een trekvogel. In de zomermaanden leeft hij in Canada, maar in de wintermaanden in de Verenigde Staten. Overigens zijn er ook gebieden waar de grote Canadese gans geen trekvlucht maakt (en het dus een standvogel is). In Nederland en België komt de grote Canadese gans ook voor, maar maakt geen trekvlucht.
De vogel is een van de bekendste diersoorten in Canada en komt eigenlijk door het gehele land voor, zolang er maar water in de buurt is. De grote Canadese gans heeft zich aangepast aan de menselijke leefomgeving. Zo komen ze vaak voor in parken en tuinen in de buurt van vijvers en sloten. De vogels komen ook vaak naar mensen toe voor brood. De grote Canadese gans wordt in Canada soms als een plaagdier gezien, vanwege het geluid, de vogelpoep en het opeten van gewassen op het platteland.
Voedsel
Net als andere ganzen is de grote Canadese gans een herbivoor (planteneter). Het dieet van de gans bestaat voornamelijk uit groene bladeren en gras. Hierdoor komen de vogels vaak bij de graslanden en grasvelden voor. Daarnaast eten de vogels ook rijst, bonen en maïs. Ook eten ze veel kroost en andere waterplanten op het water. Hoewel de ganzen alleen planten eten, kan het voorkomen dat ze soms kleine visjes en insecten eten.
In stedelijke gebieden gaan de ganzen vooral op zoek in prullenbakken en tussen vuilnis naar voedsel, zoals groenten, granen, zaden en brood. Vaak worden de vogels ook gevoerd door mensen in deze parken. De grote Canadese gans houdt erg van deze parken en tuinen, aangezien er genoeg voedsel is en geen gevaarlijke vijanden.
Uiterlijk
_(5).jpg)
De grote Canadese gans heeft een zwarte kop en nek met een witte kin en witte wangen. Hieraan is de vogel makkelijk te herkennen, aangezien het de enige ganzensoort is waarbij dit is. Voor de rest heeft de grote Canadese gans een grijsbruin verenkleed. De grote van de gans kan soms wel verschillen, aangezien er verschillende ondersoorten bestaan. De kleinste ondersoort is ongeveer de grootte van een wilde eend, terwijl de grootste ondersoort de grote is van een normale gans. Dit betekent dat de grote Canadese gans een grootte van 75 cm tot 110 cm kan hebben. De spanwijdte van de vogel is 127 tot 185 cm. Het gewicht van de grote Canadese gans ligt ergens tussen 2,5 tot 10,5 kg (afhankelijk van de grootte).
Er zijn geen uiterlijke verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke grote Canadese ganzen, maar het mannetje is vaak iets groter en iets zwaarder dan het vrouwtje. Wel maken het vrouwtje en het mannetje verschillende geluiden. Een mannelijke grote Canadese gans maakt een "honk"-geluid, terwijl een vrouwelijke grote Canadese gans een "hrink"-geluid maakt.
Een jonge grote Canadese gans is veel kleiner dan de volwassen vogel en heeft een lichtgrijze kleur met een zwarte snavel.
Ondersoorten
De grote Canadese gans heeft zeven ondersoorten. Dit zijn:
- B. c. occidentalis: komt voor in zuidwestelijk Alaska.
- B. c. fulva: komt voor in zuidelijk Alaska en westelijk Brits-Columbia.
- B. c. maxima: komt voor in het zuidelijke deel van Centraal-Canada.
- B. c. parvipes: komt voor in van centraal Alaska tot centraal Canada.
- B. c. moffitti: komt voor in zuidwestelijk Canada en de noordwestelijke Verenigde Staten.
- B. c. interior: komt voor in het zuidelijke deel van Centraal-Canada.
- B. c. canadensis: komt voor in oostelijk Canada.
Voortplanting
De grote Canadese gans heeft meestal één partner, waarmee ze hun leven doorbrengen. Mocht hun partner overlijden kan het zijn dat ze een nieuwe partner zoeken. Als de ganzen twee jaar oud zijn gaan ze op zoek naar een partner. Een vrouwelijke grote Canadese gans legt zo'n twee tot negen eieren per keer. Beide ouders houden het nest warm, maar het vrouwtje doet dit vaak van het mannetje. De nesten liggen vaak in de buurt van rustig water, zoals meren, beekjes en vijvers. Soms wordt het ook bij een beverdam gebouwd. Het broeden van de eieren duurt zo'n 24 tot 32 dagen.
Nadat de kuikens uit hun ei komen duurt het zo'n 20 tot 40 dagen voordat ze echte veren krijgen. Vanaf die tijd beginnen ze met vliegen. Vanaf het moment dat ze uit hun ei komen kunnen de vogels al zwemmen, lopen en hun voedsel vinden met hulp van ouders. De ouders beschermen de jonge gansjes tegen vijanden en kunnen agressief overkomen tegen andere dieren en mensen. Ook zijn ze agressief tegen andere ganzen, die niet tot hun groep behoren. De jonge gansjes blijven bij hun ouders tot de volgende lente, als weer terug zijn gevlogen naar het gebied waar ze zomers zijn.