Boeddhistische monniken
boeddhistische monniken (of nonnen als het vrouwen zijn) zijn mensen die hun leven wijden aan de boeddhistische religie. Ze leiden een eenvoudig leven en wonen bij elkaar in kloosters. Boeddhistische monniken kun je herkennen aan hun rode of oranje gewaden en hun kaalgeschoren hoofden. In sommige boeddhistische landen, bijvoorbeeld Thailand, is het de gewoonte dat alle mannen en jongens minstens één keer in hun leven als een monnik leven.
Geschiedenis
Boeddha, de bedenker van het boeddhisme, had volgens de boeddhisten de verlichting (bevrijding van al het lijden) bereikt door een eenvoudig, maar niet te armoedig leven te leiden. Daarom stelde hij regels in voor mensen die ook graag verlichting te bereiken. Mannen die volgens die regels leefden werden 'bhikku's' (monniken) genoemd. Een tijdje later konden ook vrouwen dit doen: deze vrouwen werden 'bhikkuni's' (nonnen) genoemd. Het zorgde in boeddha's tijd voor veel ophef dat iedereen boeddhistische monnik of non mocht worden, want in het Hindoeïsme mochten alleen brahmanen (leden van de hoogste kaste) monnik worden.
In de tijd van Boeddha trokken de boeddhistische monniken en nonnen van plek naar plek, behalve in de regentijd: dan waren de wegen te modderig om overheen te lopen, zodat de monniken en nonnen tijdelijk bij elkaar in kloosters woonden. De monniken en nonnen leefden van het voedsel dat ze elke dag van andere mensen kregen. Later zijn de monniken en nonnen het hele jaar in kloosters gaan wonen, en dat doen de meesten nu nog steeds. Alleen de monniken van de Thaise bostraditie trekken nog rond. In Tibet stonden vroeger enorme kloosters met soms wel duizenden monniken, maar veel daarvan zijn verwoest sinds de Chinese invasie in 1950.
Regels
Boeddhistische monniken en nonnen die net in het klooster zitten volgen eerst een tijdje tien regels:
- Geen levende wezens doden.
- Niet stelen.
- Niet liegen.
- Geen seksueel gedrag.
- Geen alcohol of drugs.
- Geen sieraden, parfum of make-up.
- Niet slapen op een comfortabel bed of zitten op een hoge stoel.
- Geen shows of feesten bezoeken.
- Niet eten na twaalf uur 's middags.
- Geen geld, goud of zilver gebruiken of bezitten.
Later volgen boeddhistische monniken en nonnen de 227 regels van de vinaya, die door Boeddha zelf zijn opgetekend.