Basenji
Basenji Canis lupus familiaris | |||
---|---|---|---|
Leefgebied | Congo-Kinshasa | ||
Leefomgeving | jachthond | ||
Behoort tot de | Rasgroep 5: Spitsen en oertypen | ||
|
De basenji is een hondensoort. Ze staan bekend erg schoon te zijn, want ze likken zichzelf schoon. Ze kunnen niet blaffen, maar wel heel goed klimmen.
Geschiedenis
Het zijn Afrikaanse jachthonden, oorspronkelijk uit Congo, en ze staan heel dicht bij de oerhond. Waarschijnlijk zijn de voorouders van dit ras al duizenden jaren oud, omdat er soortgelijke afbeeldingen gevonden zijn in Farao-graven.
Uiterlijk
Ze zijn vrij klein, hebben een spitse neus, korte haren en geen ondervacht. Ze komen voor in de volgende kleuren: oranjebruin, zwart en brindel en de kleuren zijn altijd gecombineerd met wit.
De schofthoogte van de Basenji ligt tussen de 40 cm (teven) en 43 cm (reuen). Het gewicht varieert van 9 kilo (teven) tot 11 kilo (reuen). Ze kunnen een leeftijd van 13-15 jaar makkelijk halen.
Karakter
De Basenji is alert, energiek, nieuwsgierig en houden niet zo van vreemden. De Basenji heeft de neiging om emotioneel gehecht te raken aan één mens. Basenji's kunnen niet overweg met huisdieren die geen hond zijn. Basenji's houden niet van nat weer, net als katten, en zullen vaak weigeren om naar buiten te gaan in vochtige omstandigheden. Ze houden van klimmen en kunnen gemakkelijk over hekken klimmen.
Basenji's staan vaak op hun achterpoten, een beetje zoals een stokstaartje, alleen of leunend op iets; dit gedrag wordt vaak waargenomen wanneer de hond ergens nieuwsgierig naar is. Basenji's hebben een sterke prooidrift. Volgens het boek The Intelligence of Dogs zijn ze de op een na minst trainbare hond wanneer ze menselijke bevelen moeten uitvoeren (alleen achter de Afghaanse windhond). Hun echte intelligentie zie je wanneer ze nodig zijn om problemen daadwerkelijk op te lossen omwille van de eigen doelen van de hond (zoals eten of vrijheid).
Basenji's zijn zeer prooigedreven en gaan achter katten en andere kleine dieren aan.