Balenpers
(NRCS_Photo_Gallery).jpg)
Een balenpers of hooibalenpers is een landbouwwerktuig dat wordt gebruikt om gesneden en geharkt gewas (zoals hooi, katoen, vlasstro, kwelderhooi of kuilvoer) samen te persen tot compacte balen die gemakkelijk te hanteren, te vervoeren en op te slaan zijn. Vaak zijn balen zo gemaakt dat ze makkelijk drogen en een bepaalde waarde (bijvoorbeeld de voedingswaarde) van de gebundelde planten behouden. Er worden vaak verschillende soorten balenpersen gebruikt, die elk een ander type baal produceren - rechthoekig of rond, van verschillende afmetingen, gebonden met touw, omsnoering met band, een net of draad.
Industriële balenpersen worden ook gebruikt in materiaalrecycling bedrijven, voornamelijk voor het persen van metaal, plastic of papier tot balen om het te kunnen transporteren.
Geschiedenis
Vóór de 19e eeuw werd hooi met de hand met een zeis gemaaid, bij elkaar geharkt op een zwad (strook) met een hooihark, opgeladen met de hand met een hooivork en meestal opgeslagen in hooibergen ook weer met hooivorken. De hoeveelheid hooi in een berg luistert nauw; is het te compact gestapeld, dan krijg je broei (warmte ontwikkeling) en kan het hooi vanzelf ontbranden. Te nat hooi kan gaan verrotten en is dan niet meer eetbaar voor het vee. Deze hooibergen tilden de meeste plantenvezels van de grond, lieten lucht binnen en water weglopen, zodat de grassen konden drogen en uitharden, om op een later tijdstip voeding voor veevoer vast te houden.
In de jaren 1860 werden mechanische snij-inrichtingen ontwikkeld; hieruit kwamen de moderne apparaten, waaronder mechanische maaiers en balenpersen. In 1872 werd door Charles Withington een maaimachine uitgevonden die een knoop-apparaat gebruikte om hooi te bundelen en te binden; dit werd in 1874 op de markt gebracht door Cyrus McCormick. In 1936 vond Innes een automatische balenpers uit die balen bond met touw met behulp van Appleby-type knopers van een John Deere graanbinder; in 1938 diende Edwin Nolt een patent in voor een verbeterde versie die betrouwbaarder was.
De eerste rondebalenpers werd waarschijnlijk aan het eind van de 19e eeuw uitgevonden en een daarvan werd in Parijs op de landbouwtentoonstelling getoond door Pilter. Dit was een draagbare machine ontworpen voor gebruik met dorsmachines.
Typen balenpersen
Ronde balenpers
Het meest voorkomende type balenpers in de geïndustrialiseerde landen is tegenwoordig de ronde balenpers. Het produceert cilindervormige "ronde" of "gerolde" balen. Het ontwerp heeft een "rieten dak"-effect dat bestand is tegen weersinvloeden. Het gras wordt in de balenpers opgerold met behulp van rubberen banden, vaste rollen of een combinatie van beide. Wanneer de baal een vooraf bepaalde grootte bereikt, wordt er een net of touw omheen gewikkeld om zijn vorm te behouden. De achterkant van de balenpers klapt open en de baal wordt afgevoerd. De balen zijn in dit stadium compleet, maar ze kunnen ook in plastic zeilen worden gewikkeld door een balenwikkelaar, ofwel om het hooi droog te houden als het buiten wordt opgeslagen of om vochtig gras om te zetten in kuilvoer.
Grote rondebalenpersen met variabele kamer produceren doorgaans balen van 120 tot 180 cm in diameter en tot 150 cm breed. De balen kunnen tussen de 500 tot 1.000 kg wegen, afhankelijk van de grootte, het materiaal en het vochtgehalte. Gemeenschappelijke moderne kleine ronde balenpersen (ook wel "mini ronde balenpersen" of "roto-balenpersen") produceren balen 51–56 cm in diameter en 52–71 cm breed, in het algemeen wegen van 18 tot 25 kg (nog door een persoon te tillen).
De ronde balen kunnen op hellende grond wegrollen. Daar moeten veiligheidsmaatregelen voor worden genomen. Ook het op een wagen laden (dieplader) gebeurt met een machines (heftruck) De balen moeten tijdens het transport goed vastgesjord worden met riemen. Er zijn strenge regels voor het opladen.
Kleine rechthoekige Balenpers
Een type balenpers dat kleine rechthoekige (vaak "vierkante") balen produceert, was ooit de meest voorkomende vorm van balenpers, maar is tegenwoordig minder gebruikelijk. Het wordt voornamelijk gebruikt op kleine percelen waar groot materieel onpraktisch is, en ook voor de productie van hooi voor kleine bedrijven, met name voor paarden .eigenaren die mogelijk geen toegang hebben tot de gespecialiseerde invoermachines die voor grotere balen worden gebruikt. Elke baal is ongeveer 38 cm x 46 cm x 102 cm. De balen zijn meestal omwikkeld met twee, maar soms ook drie of meer strengen geknoopt touw. De balen zijn net licht genoeg voor één persoon om te hanteren, ongeveer 20 tot 27 kg. Deze balen kunnen nog met menskracht op een platte (boeren)wagen worden opgeladen voor transport, maar dat is uiteraard zwaar werk.
Grote rechthoekige balenpers
In 1978 introduceerde Hesston de eerste "grote vierkante balenpers", die hooi kon verdichten tot gemakkelijker te vervoeren grote vierkante balen die op het veld konden worden gestapeld en afgedekt (om ze tegen regen te beschermen) of op vrachtwagens of containers konden worden geladen voor transport of export . Afhankelijk van de balenpers, kunnen deze balen tussen 450 en 1000 kg wegen voor een afmeting van 91 cm × 91 cm (of 122 cm) x 274 cm per baal.
Ook deze balen moeten met een machine (heftruck) worden opgeladen op een dieplader (aanhanger) voor transport.
