Amos (profeet)
Amos was een schaapfokker die leefde in een dorp ten zuiden van Jeruzalem. Hij kreeg veel dromen over een oordeel van God over zijn volk en de volkeren in de buurt. Hij droomde dat er allerlei rampen zouden komen. Amos leefde in de 8e eeuw voor Christus. In die tijd ging het goed, zo leek het wel. Amos vertelt hen dat het niet zo was. Ze brachten wel offers aan God, maar ze gingen ook naar andere goden. Dat maakte de gebeden tot God schijnheilig. Daar is God erg boos over. Het wordt nog erger als Amos vertelt dat God ook boos is omdat de leiders niet goed voor hun volk zorgen. God verwijt hen wel aangenaam te leven, maar de arme mensen uit te buiten. Ze zorgen niet goed voor de weduwen en de wezen. Daarom zullen allerlei plagen komen, zoals de sprinkhanen[plaag, of een invasie van vijandelijke legers. Amos richt zijn waarschuwingen in eerste instantie aan de noordelijke stammen van Israël, maar ook aan de omliggende stammen. Ook de stam Juda wordt gewaarschuwd. De Dag des Heren zal komen, en dat zal een hoop ellende betekenen. Het zal een periode van duisternis worden (4: 18-20). Ondanks de moeilijke tijden die Israël tegemoet gaat, zal er toch weer herstel komen. God zal latere generaties helpen om het land te herstellen en het volk weer op te bouwen (9: 11-15).
|
Bijbelboeken | 
| |||||||||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
|||||||||||||||||||||||||||