Congo-Vrijstaat

Uit Wikikids
⧼vector-jumptonavigation⧽ ⧼vector-jumptosearch⧽
Onafhankelijke Congostaat
État indépendant du Congo

Flag of Congo Free State.svgCoat of arms of the Congo Free State.svg

Democratic Republic of the Congo (orthographic projection).svg

Travail et progrès / Werk en vooruitgang

Hoofdstad Vivi (1885-1886)
Boma (1886-1908)
Oppervlakte 2.345.409 km²
Aantal inwoners 9.130.000 (1907)
Talen Frans en Nederlands
Religie Rooms-katholicisme
Bestuursvorm Absolute monarchie
Portaal Portal.svg Geschiedenis

De Congo-Vrijstaat of de Onafhankelijke Congostaat was het privédomein van de Belgische koning Leopold II. Het land bestond tussen 1885 tot 1908. In deze periode was Congo-Kinshasa geen Belgische kolonie, maar het privébezit van Leopold II. Leopold II was alleenheerser over de Congo-Vrijstaat. De Congo-Vrijstaat was hierdoor een absolute monarchie.

Koning Leopold II wilde België een koloniale macht maken, maar de Belgische overheid wilde dit niet. Op de Koloniale Conferentie van Berlijn werd Congo-Kinshasa aan Leopold II toegekend. Leopold II gebruikte de rijkdommen van Congo-Kinshasa (voornamelijk rubber) om spoorwegen en openbare gebouwen in België te bouwen. Zo zijn veel parken en gebouwen in onder andere Brussel met Congogeld gebouwd. In België was Leopold II daarom een geliefde koning. Hij deed ondertussen alsof hij beschaving en christendom naar Congo-Kinshasa bracht. Later werd pas duidelijk dat on Leopold II allerlei wandaden plaatsvonden in de Congo, zoals dwangarbeid, verminkingen en lijfstraffen. Dit zorgde voor internationale druk op België.

Uiteindelijk besloot de Belgische regering om de Congo-Vrijstaat van Leopold II over te nemen. Hierdoor ontstond Belgisch-Congo. De wandaden stopten hierdoor grotendeels, maar niet helemaal.

Voorgeschiedenis

Belgische koloniën

Koning Leopold II

België werd pas redelijk land een zelfstandig land (in 1830). De meeste Europese landen hadden tegen die tijd al (grote) koloniale rijken, zoals Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. België had door de late onafhankelijkheid geen koloniën. De eerste Belgische koning, Leopold I, maakte in de jaren 1840 en 1850 voorstellen voor koloniën. Hij wilde hiermee laten zien dat België ook meetelde als land. Veel voorstellen en pogingen faalden. Zo waren er plannen om het koninkrijk Hawaï of gebieden in China te koloniseren. Koning Leopold II had zelfs plannen om Nederland binnen te vallen en de Nederlandse koloniën (zoals Suriname en Indonesië) te stelen.

Voor koning Leopold II was het hebben van koloniën heel erg belangrijk. Hij wilde van België een welvarend en modern land maken. Volgens hem waren hiervoor koloniën nodig, aangezien de Britten en de Fransen er ook veel rijkdommen door gewonnen hadden. In 1876 organiseerde Leopold II zelfs een congres; de Geografische conferentie van Brussel. Hij nodigde wetenschappers, aardrijkskundigen, militairen en diplomatieke mensen uit. Het idee van de conferentie was om plannen te maken om de slavernij in Afrika af te schaffen en beschaving naar het gebied te brengen. Uiteindelijk werd de Association internationale africaine (AIA) opgericht. De organisatie had als doel om Afrika te verbinden met de rest van de wereld. Uiteindelijk koos de AIA het gebied rond de Congorivier.

In werkelijkheid werd de AIA een manier om koloniale ambities van Leopold II te verhullen. Leopold II zei daarentegen dat hij het gebied wilde beschaven. Hij wilde wetenschap, christendom en westerse ideeën naar de Congo brengen. Hij deed alsof hij de levens van de inwoners wilden verbeteren. Leopold II zocht hiervoor buitenlandse steun, die hij onder andere van de Amerikaanse president Chester A. Arthur kreeg.

Congo vóór de kolonisatie

Een spotprent van Leopold II die een stuk Congo voor zichzelf afsneed.

Rond de Congorivier woonden al eeuwenlang mensen. In Congo-Kinshasa waren verschillende volkeren met elk hun eigen cultuur. Er waren veel verschillende koninkrijken. Het belangrijkste koninkrijk in de regio was het koninkrijk Kongo. Dit was een hoog ontwikkeld land, wat vooral belangrijk was voor de handel in koper en ivoor. Het koninkrijk handelde ook met de Europeanen, voornamelijk de Portugezen en Nederlanders.

Conferentie van Berlijn

België was niet het enige land wat een stukje Afrika wilde hebben. Ook de Fransen, Britten, Spanjaarden en Portugezen wilden dit. Dit wordt de wedloop om Afrika genoemd. Dit leverde problemen op, aangezien veel landen dezelfde gebieden claimden. De Duitse rijkskanselier Otto von Bismarck besloot daarom om de Koloniale Conferentie van Berlijn te houden. Tussen 1884 en 1885 kwamen alle grote Europese machten, de Verenigde Staten en het Ottomaanse Rijk bijeen in Berlijn. Zij maakten afspraken over de wedloop om Afrika en verdeelden het continent. Op deze manier wilde men oorlogen voorkomen.

Op de conferentie was ook Leopold II aanwezig, hoewel de Belgische regering geen interesse in koloniën had. Leopold II had genoeg internationale steun voor een kolonie in Afrika. Hierdoor kreeg Leopold II het gebied wat we nu kennen als Congo-Kinshasa toegezegd. Dit was een gigantisch gebied waar zo'n 30 miljoen mensen woonden. De Belgische regering was nog steeds niet geïnteresseerd. Hierdoor werd afgesproken dat de Congo-Vrijstaat een zelfstandig land werd met Leopold II als koning. Het woord "vrijstaat" verwijst dat ook dat het officieel geen kolonie was. Het was officieel "onafhankelijk van koloniale machten", maar niet feite niet. De Congo-Vrijstaat was het privédomein van een Europese koning die de absolute macht had en het ook als kolonie behandelde.

Congo onder Leopold II

Een poster van de Congo-Vrijstaat

Begin

In de beginjaren begon Leopold II met het opzetten van een land. De Congo-Vrijstaat kreeg een eigen regering. Leopold II bleef namelijk in België en regeerde de Congo-Vrijstaat vanuit daar. De regering verbleef in de Congo-Vrijstaat en was verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur. De Congo-Vrijstaat kreeg veel eigenschappen van normaal land. Zo kwam er een staatsblad waarin de beslissingen en wetten gepubliceerd werden. Het privédomein werd onderdeel van de Wereldpostunie en had eigen postzegels. Daarnaast had Leopold II verschillende ridderordes speciaal voor de Congo-Vrijstaat.

In 1894 wist Leopold II zijn gebied uit te breiden, waardoor het privédomein ook met de Nijl verbonden was. Ook breidde hij de Congo-Vrijstaat in het noorden en zuidwesten uit.

Leopold II gebruikte de Congo-Vrijstaat voor zijn rijkdommen, voornamelijk rubber. Dit werd gewonnen uit rubberlianen in de jungle van de Congo-Vrijstaat. Dit rubber werd vervolgens aan het buitenland verkocht. Leopold II gebruikte dit geld om vervolgens spoorwegen en openbare gebouwen in België te bouwen. Zo zijn het station Antwerpen-Centraal, de ZOO Antwerpen, het Jubelpark en het Justitiepaleis in Brussel en de Koninklijke Gaanderijen in Oostende met geld uit de Congo-Vrijstaat gebouwd. Ook liet hij het AfricaMuseum in Tervuren bouwen, waar veel koloniale (waaronder veel gestolen) kunst uit de Congo-Vrijstaat te zien is.

Een deel van het geld werd ook in de Congo-Vrijstaat geïnvesteerd, maar het meeste ging naar België. Zo werd er een spoorlijn tussen de havenstad Matadi en de hoofdstad Kinshasa (toen nog Leopoldstad) gebouwd.

Wandaden in de Congo-Vrijstaat

Congolese arbeiders die bezig zijn met de verzamelen van rubber.

In België stond Leopold II destijds als goede koning bekend. Hij verbond België met spoorwegen en opende musea die enkele dagen per jaar gratis waren. Ook werd Leopold II als een soort van goedheiligman gezien. Op standbeelden uit die tijd wordt hij ook zo uitgebeeld. De meeste Belgen geloofden dat hij beschaving, het christendom en westerse waarden naar de Congo-Vrijstaat bracht. Wat de meeste Belgen echter niet wisten was wat er in de Congo-Vrijstaat precies gebeurde.

Onder Leopold II vonden er talloze wandaden plaats in de Congo-Vrijstaat. De Congo-Vrijstaat stond onder een schrikbewind. De economie van de Congo-Vrijstaat was erg afhankelijk van rubber. De rubberlianen groeiden op gevaarlijke plaatsen in de Congolese jungle. Alle mannelijke inheemse inwoners moesten verplicht een jaarlijkse hoeveelheid rubber inleveren. Dit was een vorm van dwangarbeid en de hoeveelheid rubber werd door de regering bepaald. Als een dorp de bepaalde hoeveelheid rubber niet haalde, waren er gevolgen voor de inwoners van dat dorp. Zo werden handen afgehakt en vonden verminkingen, verkrachtingen, martelingen, onthoofdingen en ontvoeringen plaats. Soms werden zelfs volledige dorpen en akkers platgebrand. Deze dingen moesten de inheemse inwoners afschrikken om genoeg rubber in te leveren.

De hoeveelheden rubber waren ook vrij hoog. Hierdoor spendeerde de mannelijke bevolking een groot deel van hun tijd aan het verzamelen van rubber. Zij konden hierdoor niet op het land werken. De meeste dorpen waren afhankelijk van hun eigen landbouw. Hierdoor konden gewassen niet geoogst worden en kon niet genoeg gezaaid worden. Dit leidde tot hongersnoden en de uitbraak van ziektes (zoals de slaapziekte). Kinderen werden van hun ouders gescheiden en familieleden werden gevangengenomen. Veel inheemse inwoners sloegen ook op de vlucht om te ontsnappen. Het is onduidelijk hoeveel mensen er precies stierven door het schrikbewind. De schattingen lopen van 1,5 miljoen tot 11,5 miljoen inwoners.

Missionarissen

Op deze tekening zie je een Congolese inwoners die gestrengeld wordt door een slang met het gezicht van Leopold II.

In de Congo-Vrijstaat waren er ook veel katholieke en protestantse missionarissen. Zij hadden als doel om de bevolking van de Congo-Vrijstaat tot het christendom te bekeren. De katholieke kerk en veel andere kerkgenootschappen steunden de Congo-Vrijstaat in het begin. Via onder andere de missionarissen kwamen de gruweldaden in de Congo-Vrijstaat aan het licht.

Internationale kritiek

Overigens waren de missionarissen niet de enigen die de gruweldaden bekendmaakten. Een van de bekendste klokkenluiders was de Brits-Poolse schrijver Joseph Conrad die zelf de Congo-Vrijstaat bezocht. Hij was gechoqueerd door de gruweldaden en verzette zich tegen imperialisme. Hij schreef uiteindelijk het boek Heart of Darkness, wat zich grotendeels afspeelt in de Congo-Vrijstaat. In het boek worden ook veel gruweldaden (zoals dwangarbeid) beschreven. Ook de Amerikaanse schrijver Mark Twain en de Britse schrijver Arthur Conan Doyle schreven boeken over de wandaden in de Congo-Vrijstaat.

De gruweldaden waren eerst in andere landen bekend, voornamelijk het Verenigd Koninkrijk. Het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken bracht in 1903 een rapport over de gruweldaden uit. Dit rapport werd vervolgens naar andere Europese grootmachten gestuurd. Onder internationale druk moest Leopold II een onderzoekscommissie opzetten; de Commissie-Janssens in 1904. In 1905 publiceerde deze commissie een rapport waardoor de gruweldaden duidelijk werden. Hoewel de commissie nooit de rubbergebieden onderzocht had, was het rapport vernietigend. De internationale kritiek en de boeken van Conrad, Twain en Doyle bereikten uiteindelijk ook België. Hierdoor kwam er ook binnenlandse druk op Leopold II.

Einde

Uiteindelijk werd de Congo-Vrijstaat op 15 november 1908 door de Belgische staat overgenomen. Hierdoor werd de Congo-Vrijstaat officieel een Belgische kolonie met de naam Belgisch-Congo. Overigens betaalde de Belgische overheid een bedrag voor de kolonie aan Leopold II. Met dit geld kon hij zijn investeerders betalen en hij hield nog winst over. Leopold II heeft nooit excuses aangeboden voor de gruweldaden, hoewel hij hier wel van wist. Hij stierf één jaar later in 1909.

Door de overname van de kolonie door België kwam er een einde aan de meeste gruweldaden. Toch bleef er dwangarbeid in Belgisch-Congo bestaan tot na de Eerste Wereldoorlog. Belgisch-Congo werd uiteindelijk onafhankelijk in 1960, waardoor de "Democratische Republiek Congo" (Congo-Kinshasa) ontstond.

Nalatenschap

Het AfricaMuseum in Tervuren

De Congo-Vrijstaat en Belgisch-Congo spelen vandaag de dag nog steeds een rol voor zowel België als Congo-Kinshasa. In België zijn veel openbare werken gebouwd met geld uit de Congo-Vrijstaat. Daarnaast zijn er door heel België nog steeds veel standbeelden van Leopold II en andere generaals en politici uit zijn regering te vinden. Zo staat ervoor het Koninklijk Paleis van Brussel een groot ruiterstandbeeld van Leopold II. Toch waren er meer sporen van de Congo-Vrijstaat in België. Tijdens de wereldtentoonstelling van 1885 in Antwerpen en 1897 in Brussel werden Congolese dorpen opgetuigd. In 1879 werden er zelfs inheemse inwoners uit de Congo-Vrijstaat gehaald en in nagebouwde dorpen in de tuin van het AfricaMuseum geplaatst. Dit was een soort van "menselijke dierentuin", waarin bezoekers hen als dierentuindieren bekeken. Daarnaast bevindt zich veel gestolen kunst in het AfricaMuseum.

Sinds 2020 is er een discussie in België aan de gang over de Belgische koloniale periode. Zo zijn veel standbeelden van Leopold II inmiddels weggehaald. Ook zijn er plannen om koloniale kunst terug te geven en wordt er zelfs gepraat over excuses aan Congo-Kinshasa. Deze excuses gaan niet alleen over de Congo-Vrijstaat (1885-1908), maar ook over Belgisch-Congo (1908-1960) en de dood van Patrice Lumumba. Voor de Congo-Vrijstaat willen veel partijen dat de Belgische koning zijn excuses aanbiedt, aangezien het het privédomein van Leopold II was. De discussie is nog steeds gaande.

Op 30 juni 2020 bood koning Filip zijn excuses aan aan de Congolese president Félix Tshisekedi:

Aanhalingsteken openen

Deze geschiedenis bestaat uit gemeenschappelijke verwezenlijkingen, maar ook uit pijnlijke episoden. Ten tijde van Congo-Vrijstaat werden geweld- en gruweldaden gepleegd die op ons collectieve geheugen blijven wegen. Gedurende de daaropvolgende koloniale periode werd eveneens leed veroorzaakt en zijn vernederingen toegebracht. Ik houd eraan mijn diepste spijt te betuigen voor die wonden uit het verleden.

Aanhalingsteken sluiten

Bronnen

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Congo-Vrijstaat&oldid=840701"