Blijven
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Blijven
WERKWOORD | ||
Persoon | Tegenwoordige tijd / Tijd van nu | Tijd van toen / verleden tijd |
Ik | Blijf | Bleef |
Jij / U | Blijft | Bleef |
Hij /Zij / Het | Blijft | Bleef |
Wij | Blijven | Bleven |
Jullie | Blijven | Bleven |
Zij | Blijven | Bleven |
Voltooid deelwoord | ('t Fokschaap) | Gebleven |
Zwakke werkwoorden 't fokschaap + x - Laatste stamletter in 't kofschipx: -te(n) - Laatste stamletter niet in 't kofschip: -de(n) '-ven en -zen krijgen altijd -de(n) Ik ren de , ik beantwoord de , wij ren den