Wikikids:DoeActiviteit/Tweede Kamerverkiezingen 2017/Stap 1
Wat is stemmen? En waarom is dat nodig? Wat doet men tijdens verkiezingen? Wat is democratie? En wat heeft nou met stemmen en verkiezingen te maken? Eén ding is zeker, bij deze stap ga je meer leren over dit onderwerp.
Mocht jullie klas dit al hebben gehad tijdens de les (zoals Staatsinrichting) of hebben jullie het lespakket van bijv. ProDemos, dan weten jullie al een hoop over verkiezingen. Bij deze stap gaan we je geheugen even opfrissen.
Nederland heeft een regering en een parlement. De regering bestaat uit de minister-president (Mark Rutte) en verschillende staatssecretarissen en ministers. Het parlement bestaat uit twee gedeelten, de Eerste en de Tweede Kamer. De regering maakt wetten en regelt allerlei dingen voor het Nederlandse volk. Denk maar eens aan het onderhoud van de wegen, het onderwijs op school en zorg voor zieken en ouderen. De Tweede Kamer denkt hierover mee en houdt ook de regering in de gaten, of die alles wel goed doet. Als er een wet is, stemt de Tweede Kamer hierover. De Eerste Kamer controleert weer de Tweede Kamer en ook de regering. Als de Tweede Kamer voor deze nieuwe wet stemt, controleert de Eerste Kamer dit nogmaals en stemt nog een keer over de wet. Als de Eerste Kamer ook voor is, wordt de wet uitvoert.
Heel leuk allemaal, maar wat hebben wij ermee te maken? In de Tweede Kamer worden zaken besproken die het hele volk aangaan. Dus ook jou! Nederland is een democratie, wat betekent dat het volk als het ware regeert. Dit is erg moeilijk, want iedereen heeft immers een andere mening. Een student vindt onderwijs belangrijk, een vrachtwagenchauffeur goede wegen en de natuurliefhebber vindt natuurbehoud belangrijk. Iedereen vindt zorg en veiligheid belangrijk, maar hoeveel geld moet hiernaar toe?
Daarom vinden eens in de 4 jaar verkiezingen plaats. Iedere Nederlander boven de 18 jaar mag dan stemmen. Bij de verkiezingen stemt men op een partij die het beste bij die persoon past. Uiteindelijk worden alle stemmen bij elkaar geteld en wordt dan gekeken hoeveel elke partij heeft gewonnen.
Hopelijk is je geheugen een beetje opgefrist. Laten we nu door gaan naar stap 2. Hier gaan we kijken naar de standpunten van politieke partijen.