Werkstuk
Een werkstuk is een verslag dat je op school maakt. Een werkstuk bestaat uit tekst en afbeeldingen. Dit kan een Boekverslag zijn. Een werkstuk maak je door:
- te bedenken wat je wilt gaan onderzoeken;
- te bedenken waar je de informatie wilt verzamelen;
- te bedenken hoe je gaat zoeken;
- informatie te selecteren die je wilt gebruiken;
- de informatie op te schrijven die je hebt geselecteerd;
- te kijken hoe je deze stappen hebt doorlopen.
Bij bovenstaande punten kun je jezelf de vragen stellen met de 5 W's:
- Wie
- Wat
- Waar
- Wanneer
- Hoe (Welke hoedanigheid)
Bijvoorbeeld als je iets wilt schijven over een historische gebeurtenis: Wie waren erbij betrokken? Wat was de aanleiding van de gebeurtenis? Waar vond de gebeurtenis plaats? Wanneer was de gebeurtenis? Hoe verliep de gebeurtenis?
Indeling
De informatie in het werkstuk verdeel je over hoofdstukken en paragrafen en alinea's.
Net als bij een boek heb je vaste onderdelen:
- Inhoudsopgave (wat kun je waar vinden, welke bladzijde)
- Voorwoord (vaak waarom je het werkstuk maakt)
- Inleiding (het aangeven van een stukje voor informatie)
- Hoofdstukken
- Nawoord en eventuele conclusies
- Bedankwoord
- Noten (extra uitleg op bepaalde punten)
- Bronnen (waar heb je de informatie vandaan gehaald)
- Illustraties (foto's, tekeningen, kaarten etc.)
Om een werkstuk te schrijven moet je informatievaardig zijn. Je weet dan hoe je een werkstuk kunt maken. Er zijn op het internet ook veel tips voor je werkstuk, voor bijvoorbeeld hoe je het moet maken, waaruit het opgebouwd kan zijn, en waarover je het kan doen.
Ook bij het schrijven van een artikel voor Wikikids kun je bovenstaande tips gebruiken