Neon

Uit Wikikids
⧼vector-jumptonavigation⧽ ⧼vector-jumptosearch⧽
Chemisch element
Neon discharge tube.jpg
Een neon-lamp die oranje is
Naam Neon / Novum (Latijn)
Latijn
Symbool Ne
Atoomnummer 10
Soort Edelgas
Kleur Kleurloos
Smeltpunt −248,6 oC
Kookpunt −246 oC
Portaal Portal.svg Scheikunde

Neon is een chemisch element met als symbool de letters Ne en atoomnummer 10 in het periodiek systeem. Het is een kleurloos en reukloos gas dat een oranjerode gloed vertoont wanneer het in een elektrisch veld wordt geplaatst (zie afbeelding).

De naam neon is afgeleid van het Griekse woord νέον, het enkelvoud van νέος (Neos), wat nieuw betekent (In het Latijn Novum).

Voorkomen

Hoewel neon een veel voorkomend chemisch element is in het universum en het zonnestelsel (het is de vijfde in kosmische overvloed na waterstof, helium, zuurstof en koolstof), is het zeldzaam op aarde. Het is waarschijnlijk het minst reactieve element, dat wil zeggen dat het vrijwel niet met andere chemische elementen verbindingen maakt.

Geschiedenis

Neon is in 1898 ontdekt door William Ramsay en Morris Travers. Het werd ontdekt samen met krypton en xenon.

Neon werd ontdekt toen Ramsay een luchtmonster afkoelde totdat het een vloeistof werd, de vloeistof vervolgens opwarmde en de gassen opving terwijl ze kookten. De gassen stikstof, zuurstof en argon waren geïdentificeerd (herkend), maar de resterende gassen werden geïsoleerd (afgescheiden) in een periode van zes weken die begon eind mei 1898. Het eerste gas dat werd geïdentificeerd was krypton. Het volgende, nadat krypton was verwijderd, was een gas dat een helder rood licht gaf onder elektrische ontlading. Dit gas, dat in juni 1898 werd geïdentificeerd, kreeg de naam "Neon", dat door de zoon van Ramsay werd voorgesteld. De karakteristieke briljante rood-oranje kleur die uitgezonden wordt door gasvormig neon bij elektrische ontlading werd onmiddellijk opgemerkt. Travers schreef later: "de gloed van karmozijnrood licht uit de buis vertelde zijn eigen verhaal en was een beeld om bij stil te staan ​​en nooit te vergeten."

Het weinig voorkomen (en daardoor kostbaar zijn) van Neon verhinderde een snelle toepassing voor gewone verlichting. Na 1902 produceerde Air Liquide, het bedrijf van Georges Claude, industriële hoeveelheden neon als bijproduct van tot vloeistof gemaakte lucht (door samenpersing en afkoeling). In december 1910 demonstreerde Claude moderne neonverlichting op basis van een afgesloten neonbuis. Claude probeerde korte tijd neonbuizen voor binnenverlichting te verkopen vanwege hun lichtsterkte, maar de markt mislukte omdat eventuele kopers bezwaar maakten tegen de kleur. In 1912 begon de medewerker van Claude neonontladingsbuizen te verkopen als opvallende reclameborden en dat had meteen meer succes. Men kon in 1923 kennismaken met de eerste Neonbuizen in de VS. Het ging om twee grote neonreclames die werden gekocht door een autodealer in Los Angeles Packard. De gloed en de opvallende rode kleur maakten neonreclame compleet anders dan die van de concurrentie. De felle kleur en levendigheid van neon paste goed bij de smaak van de Amerikaanse samenleving van toen, en paste goed bij de 'eeuw van vooruitgang'.

Neon speelde in 1913 ook een rol in het leren begrijpen van de aard van atomen. JJ Thomson maakte een proefopstelling dat de voorloper was van wat we nu een massaspectrometer noemen.

Gebruik

Er zijn twee heel verschillende soorten neonverlichting die algemeen worden gebruikt. Neon-gloeilampen zijn over het algemeen klein, de meeste werken tussen 100 en 250 volt. Tegenwoordig heb je ook light-emitting diodes (LED's). Deze eenvoudige neonapparaten waren de voorlopers van plasmaschermen en plasma-televisieschermen.

Neonreclames werken bij veel hogere spanningen (2-15 kilovolt ), en de lichtgevende glazen buizen (TL -tube-light) zijn gewoonlijk meters lang. De glazen buizen worden vaak gevormd in vormen en letters voor bewegwijzering, maar ook voor op gebouwen en kunstzinnige toepassingen. Denk hierbij ook aan Neonbuizen op kermisattracties. Andere kleuren zijn overigens afkomstig van andere gassen en fluorescerende laagjes op de binnenwand van de buis, hoewel ze wel vaak "Neonbuizen" worden genoemd (helium = geel, koolstofdioxide = wit, argon = paars, argon / kwik  = blauw en neon = oranjerood).

Neon wordt gebruikt in bliksemafleiders, televisiebuizen en helium-neonlasers. Vloeibaar gemaakt neon wordt in de handel gebruikt als een koelmiddel in toepassingen die niet het lagere temperatuurbereik nodig hebben zoals dat wel haalbaar is met de veel koudere helium-koeling.

Toepassingen

Plaats in het periodiek systeem

Periodiek systeem
H He
Li Be B C N O F Ne
Na Mg Al Si P S Cl Ar
K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As S e Br Kr
Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe
Cs Ba * Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn
Fr Ra ** Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Nh Fl Mc Lv Ts Og
* La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu
** Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr
Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Neon&oldid=689807"